Bron foto: Wikipedia |
Kwallen zijn hoteldieren.
Ze bestaan 98% uit water en het grootste deel van hun leven zweven ze mee met de stromingen.
Een kwal kan zich maar beperkt bewegen.
Een kwal kan zich voortbewegen doordat hij zijn “hoed” samentrekt.
Ook al bestaan deze kwallen voor 98% uit water toch moeten ze eten.
Kwallen eten vaak plankton, kleine plantjes maar ook viseitjes, vissen en zelfs andere kwallen.
Je kan kwallen opdelen in 3 klassen:
1. Schijfkwallen (Scypozoa)
Ook al bestaan deze kwallen voor 98% uit water toch moeten ze eten.
Kwallen eten vaak plankton, kleine plantjes maar ook viseitjes, vissen en zelfs andere kwallen.
Je kan kwallen opdelen in 3 klassen:
1. Schijfkwallen (Scypozoa)
2. Kubuskwallen (Cubozoa)
3. Ribkwallen (Ctenophora)
3. Ribkwallen (Ctenophora)
Kwallen hebben 2 stadia in hun leven:
1. Poliepstadium
2. Kwalstadium
Poliepstadium:
In dit stadium zit het dier vastgesteld aan de grond met de vangarmen en mond naar boven.
In dit stadium zit het dier vastgesteld aan de grond met de vangarmen en mond naar boven.
Kwalstadium:
Dit is het stadium zoals wij het dier kennen.
Het dier drijft met de stroming mee, met zijn mond en vangarmen naar beneden.
Alle kwallen hebben netelcellen.
Slechts een deel van de kwallen hebben netelcellen die door de huid van een mens komen.
Zodra de netelcellen door de huid zijn gekomen spuiten ze een gif in de bloedbaan.
Zo voelt het alsof je door een brandnetel wordt gestoken.
Het gif geeft symptomen zoals jeuk maar als je bijvoorbeeld allergisch bent voor kwallen kunnen de symptomen erger worden zoals overgeven en hoofdpijn.
Het dier drijft met de stroming mee, met zijn mond en vangarmen naar beneden.
Het gif geeft symptomen zoals jeuk maar als je bijvoorbeeld allergisch bent voor kwallen kunnen de symptomen erger worden zoals overgeven en hoofdpijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten